Ze is 18. Ze is een leuke meid om te zien, blond haar, blauwe ogen. Deze dag zie ik aan haar dat er iets is. Ze heeft moeite met haar coördinatie, dan loopt ze moeilijk en lijkt het alsof haar lichaam niet mee wil werken. We poetsen samen het paard, ze wil even niet praten. De borstel valt wel 3 keer op de grond. Ze komt om de week en ik ken haar inmiddels wel een beetje. Het betekend vaak dat er dingen zijn gebeurd in de afgelopen tijd die niet makkelijk voor haar waren.
Ze heeft één wens: een leuke vriend. Ze date via internet. Er is veel belangstelling voor haar foto en ze schrijft veel met jongens maar zodra het op ontmoeten aankomt haken de heren af. Ze heeft autisme en als ze ergens nerveus over is zegt ze de hele tijd oké. Ze herhaalt het soms wel 10 keer achter elkaar. Ze heeft heel veel humor, we lachen samen wat af. Haar opmerkingen zijn droog en gevat, ze is meestal positief en opgewekt. Ze houdt van dieren en de paarden zijn favoriet.
Het is weer niet gelukt zegt ze na een tijdje, deze vond me ook weer raar. Over emoties praten is lastig voor haar, daarom praten we meestal over het paard. Ik vraag haar of ze wil vertellen wat er is gebeurd. We staan op een afstandje van het paard en praten over wat er is gebeurd. Het paard laat zijn hoofd zakken en ik vraag haar wat ze ziet. “verdriet” zegt ze “het paard is verdrietig”. Ik vraag haar of ze mij kan vertellen waar ze dat aan ziet. “Zijn hoofd is naar beneden en zijn benen zijn gekruist, onhandig” “zijn ogen staan verdrietig en er wil verder geen paard bij hem in de buurt zijn omdat hij dat zelf uitstraalt”. Ik vraag haar wat het paard nu nodig zou hebben. “Even niets, met rust gelaten worden en huilen” Het paard kijkt naar haar en zet een stap in haar richting. Ik vraag haar wat ze ziet. Ze zegt: “soms is even huilen genoeg, ik ga even naar hem toe en zeggen dat het goed is zo” Ze loopt naar het paard, legt haar hoofd tegen zijn hals en huilt dikke tranen. Na een tijdje zo gestaan te hebben draait ze zich om naar mij en vraagt of ze even op hem mag liggen. Ik help haar op het paard, ze zit achterstevoren op het paard en gaat voorover op zijn billen liggen. Haar armen hangen naar beneden. Het paard slaakt een diepe zucht en staat 10 minuten roerloos met haar op zijn rug.
Vaak zijn mensen snel met hun oordeel over iemand. Een label op iemand plakken is niet zo moeilijk. Labelen heeft altijd met beeldvorming te maken en labelen is doordrenkt met oordelen, eigen perceptie, vooroordelen en veroordelen. Het is een sticker die je op iemand plakt zonder onderzocht te hebben of het klopt. Op een eerste ontmoeting is bijna niemand zichzelf. Sommigen zijn nerveus, anderen overmoedig en ieder reageert op zijn eigen manier op de situatie. Een oordeel is dan snel gevormd. In de tijd dat ik met mensen met een fysieke beperking werkte zag ik ineens de mens achter de handicap: intelligente, humoristische, prachtige personen waarvan alleen het lichaam niet mee werkte. Ik besefte me dat het mogelijk was om verliefd te worden op de persoon achter de handicap, ongeacht het lichaam dat daarbij hoorde. Dat bracht me verdriet over die mooie jonge en oudere mensen met een vervormd lichaam, ziekte en beademing met dezelfde verlangens als jij en ik: een speciaal persoon te hebben om van te houden en van gehouden te worden. Het enige wat daarbij nodig is is om gekend te worden als de persoon die daar van binnen zit en niet veroordeeld te worden op wat uiterlijk te zien is.